Groen

Uitvoering geven aan de Wet natuurbescherming

Toelichting

De Wet natuurbescherming geeft de provincie Noord-Holland een aantal taken en bevoegdheden, die hierna worden toegelicht.

Natura 2000-gebieden
In Noord-Holland liggen negentien Natura 2000-gebieden. Inmiddels is voor elk van deze gebieden een beheerplan vastgesteld, met uitzondering van het gebied Oostelijke Vechtplassen (dat gebeurt in 2020). Initiatieven in of nabij Natura 2000-gebieden die negatieve gevolgen kunnen hebben op de instandhoudingsdoelen, zijn alleen toegestaan als hiervoor een vergunning is verleend. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd hiervoor een besluit te nemen. Deze werkzaamheden zijn gemandateerd aan de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. Op basis van wetgeving en door de provincie vastgestelde verordeningen en beleidsregels weegt de Omgevingsdienst af of een vergunning kan worden verleend en houdt zij toezicht op naleving van de wet. Het komende jaar zal veel aandacht worden besteed aan de gevolgen van Raad van State-uitspraak waarmee het Programma Aanpak Stikstof als juridisch kader voor vergunningverlening, is vernietigd.

Soortenbescherming
De Wet natuurbescherming kent de zogenoemde ‘passieve’ en ‘actieve’ soortenbescherming. Passieve soortenbescherming behelst het naleven van de Wet natuurbescherming, waarbij bijvoorbeeld een ontheffing nodig is voor het verstoren van vleermuizen bij het renoveren van een gebouw. Met de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming zijn de provincies ook verantwoordelijk geworden voor actieve soortenbescherming: het nemen van maatregelen voor het behoud en herstel van Europees en internationaal beschermde soorten en zogenoemde ‘rode-lijstsoorten’ en hun leefgebied. De provincie treft al maatregelen voor actieve soortenbescherming door haar werkzaamheden in het NNN, Natura 2000-gebieden en het (agrarisch) natuurbeheer. Gelet op de nieuwe taak die de Wet natuurbescherming geeft, verkent de provincie samen met haar partners op welke wijze zij deze hier nog een extra impuls aan kan geven. Dit zal in het Programma Natuurontwikkeling 2020-2023 worden toegelicht. Daarnaast stelt de provincie voor de jaren 2020 en 2021 middelen beschikbaar om opvangcentra voor wilde dieren te ondersteunen.

Invasieve exoten

Sinds augustus 2016 is een Europees verbod van kracht op bezit, handel, kweek, transport en import van een aantal uitheemse planten en dieren: zogenoemde invasieve exoten. De soorten die door de Europese Commissie op de Unielijst zijn geplaatst, vormen een bedreiging voor andere (inheemse) soorten en kunnen daardoor schadelijk zijn voor de biodiversiteit. Op grond van de Wet natuurbescherming heeft het Rijk in maart 2018 de verantwoordelijkheid voor de bestrijding van de meeste invasieve exoten gedecentraliseerd naar de provincies. In het Programma Natuurontwikkeling 2020-2023 lichten wij toe hoe wij deze bestrijding vormgeven.

Faunabeheer
De Wet natuurbescherming verbiedt het doden of verstoren van beschermde dieren. Tegelijkertijd kunnen deze beschermde dieren soms problemen veroorzaken. De provincie kan dan een vrijstelling of ontheffing verlenen op dit verbod. Hierbij wordt steeds een balans gezocht tussen de instandhouding van een populatie en bescherming van de intrinsieke waarde van dieren enerzijds, en maatschappelijke belangen zoals volksgezondheid, openbare veiligheid en het tegengaan van belangrijke schade aan gewassen of flora en fauna, anderzijds. Deze werkzaamheden zij gemandateerd aan de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord. Basis hiervoor zijn verordeningen en beleidsregels die door de provincie zijn vastgesteld. Het faunabeheer wordt uitgevoerd door de partijen die zijn verenigd in de Stichting Faunabeheereenheid Noord-Holland. Het faunabeheer gebeurt voor de meeste soorten op basis van een faunabeheerplan dat door Gedeputeerde Staten wordt goedgekeurd.

In Noord-Holland is de problematiek rond de grote populatie ganzen urgent. Ganzen horen bij het Noord-Hollandse landschap, maar de huidige populatie – met name jaarrond verblijvende ganzen – veroorzaakt veel schade aan agrarische gewassen en kan een gevaar vormen voor de vliegveiligheid. Het beleid van de provincie richt zich zowel op preventieve maatregelen, zoals nestbehandeling, het toepassen van verjagende middelen en het zoeken naar innovatieve oplossingen om schade tegen te gaan,  maar ook op populatiebeheer door afschot en vangacties. De basis hiervoor ligt in het door de Faunabeheereenheid opgestelde, en door de provincie goedgekeurde Faunabeheerplan Ganzen Noord-Holland en het Ganzenbeheerplan omgeving Schiphol.

Operationeel doel 6.2.3 Uitvoering geven aan de Wet natuurbescherming

Indicator

Meeteenheid

Nulmeting

Begroot 2019

Begroot 2020

Begroot 2021

Begroot 2022

Begroot 2023

Percentage tijdig verleende besluiten Wnb (binnen wettelijke termijn)

Percentage

-

≥ 92

≥ 92

≥ 92

≥ 92

≥ 92

Aantal controles Handhaving Uitvoeringsprogramma (HUP)

Aantal

1.200 (2018)

1.200

1.200

1.200

1.200

1.200

Investeringen

Geen.