De provincies zijn verantwoordelijk voor de sturing op, en medefinanciering van, adequaat natuur- en landschapsbeheer. De provinciale doelen voor het natuur- en landschapsbeheer worden vastgelegd in het Natuurbeheerplan, dat deel uitmaakt van het Programma Natuurontwikkeling. Daarnaast stelt de provincie via het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) subsidie beschikbaar voor het beheer. Het gaat dan om natuur- en landschapsbeheer door terreinbeherende organisaties (bijvoorbeeld Staatsbosbeheer en Landschap Noord-Holland) en particuliere grondeigenaren én agrarisch natuurbeheer door agrarische ondernemers, verenigd in vier Noord-Hollandse collectieven. In de begroting is rekening gehouden met de groei van het Natuurnetwerk Nederland zoals geprogrammeerd in het jaarlijks vast te stellen Programma Natuurontwikkeling (PNO). In 2019 en 2020 is en wordt de aandacht voor de kwaliteit van het natuurbeheer en de uitwisseling van kennis en ervaringen tussen de beheerders en de provincie geïntensiveerd, door middel van een reeks ‘goede gesprekken'. In de periode 2018-2020 worden gebiedsdekkende tellingen verricht in alle gebieden waar weidevogelbeheer plaatsvindt. Dit monitoringproject versterkt de uitwisseling van kennis en ervaringen tussen beheerders.
Het agrarisch natuurbeheer laat een toename van het beheer voor akkervogels zien. De eerste resultaten zijn positief en de provincie stimuleert kennisuitwisseling en monitoring van akkernatuur.
Stichting Goois Natuurreservaat (GNR) ontvangt van de provincie een jaarlijkse bijdrage, die 25% van het exploitatietekort van de stichting bedraagt. Daarnaast ontvangt het GNR, zoals alle terreinbeherende organisaties, een SNL-subsidie voor natuur- en landschapsbeheer. Deze exploitatievergoeding en overigens ook het medebesturen in de stichting, vindt de provincie Noord-Holland niet langer passen bij het principe van gelijkberechtiging van de terreinbeherende organisaties. Immers, de provincie verstrekt ook geen exploitatievergoeding aan andere terreinbeherende organisaties en bestuurt ook niet mee in deze organisaties. Daarom is besloten om per 1 januari 2019 uit het GNR te treden en hiervoor een uittreedsom van € 6.501.420 beschikbaar te stellen. Tot op heden is dit bod nog niet geaccepteerd door de overige participanten. De provincie en de gemeente Amsterdam (die eveneens wil uittreden) zijn met de Gooise gemeenten in onderhandeling over de voorwaarden tot uittreding.
Als gevolg van motie 126, aangenomen door Provinciale Staten eind 2017, is medio 2018 een ‘verkenningsjaar’ gestart, waarin de provincie overlegt met de terreinbeherende organisaties, de agrarische collectieven en LTO-Noord over realisatie van het NNN en passende instrumenten. Dit verkenningsjaar richt zich op het bereiken van consensus over de wenselijkheid van nieuwe instrumenten om het NNN te realiseren, zoals ontpachting (een provinciale uitvoeringsregeling is inmiddels in voorbereiding), erfpacht en duurzaam agrarisch natuurbeheer met natuurafspraken.

Geen.