Bereikbaarheid

OV waarborgen

Onze rol                                                                                                                                        

De verstedelijkingsopgave in de provincie is alleen mogelijk als tegelijkertijd wordt gezorgd voor een goede ontsluiting door een toekomstbestendig mobiliteitssysteem. Goed openbaar vervoer is een essentiële voorwaarde om de provincie de komende decennia bereikbaar en leefbaar te houden en de economie verder te laten groeien. Goed openbaar vervoer houdt regio’s aantrekkelijk om in te wonen, te werken, te leren, te ondernemen en te bezoeken. De provincie zet in op economisch vitale en leefbare regio’s. Daarvoor is een verdere verbetering van (de kwaliteit van) het openbaar vervoer noodzakelijk. Wonen en werken, en oude en nieuwe woongebieden moeten duurzaam met elkaar worden verbonden. Een duurzaam, voor iedereen toegankelijk en samenhangend OV-systeem is daarbij van groot belang. De OV-verbindingen in de verschillende concessiegebieden moeten goed op elkaar zijn afgestemd, zodat OV-gebruikers ongestoord kunnen reizen. Wij zorgen, in overleg met de Vervoerregio en de gemeenten, voor onbelemmerde verbindingen en pakken knelpunten aan. Daarbij richten we ons niet alleen op de aansluiting tussen de MRA en Noord-Holland Noord, maar ook op de samenhang met de concessies in de aangrenzende provincies. De provincie kiest in 2020 voor openbaar vervoer waar de vraag van de reiziger centraal staat, en waar op verbindingen met veel vraag meer vervoer dient te worden geboden dan op verbindingen met minder vraag.
Op grond van de Wet personenvervoer 2000 (Wp2000) is de provincie de concessieverlener voor het openbaar vervoer per bus en auto in de provincie, uitgezonderd het grondgebied van de Vervoerregio Amsterdam. De provincie Noord-Holland kent momenteel drie concessies: Gooi en Vechtstreek, Haarlem-IJmond en Noord-Holland Noord. Op basis van artikel 61 van de Wp2000 moet de provincie concessies voor openbaar vervoer aanbesteden.
De reserveringen voor het OV-fonds met als doel te investeren in het openbaar vervoer en OV-knooppunten zijn geplaatst onder programma 5 van deze begroting.

Samenwerkingspartners

Belangrijke samenwerkingspartners zijn andere opdrachtgevers voor het openbaar vervoer, de Vervoerregio Amsterdam, de gemeenten, belangenorganisaties, buurtbusverenigingen en natuurlijk de reizigers.

Prioriteiten
De belangrijkste prioriteiten zijn:

  • Concessie Gooi- en Vechtstreek. Een aanbesteding is hét moment om het OV-aanbod nog eens onder de loep te nemen – en waar nodig te herzien –om aan te sluiten bij de vraag van de reiziger, bij het beleid en bij nieuwe ruimtelijke, vervoerkundige en technologische ontwikkelingen. Met de nieuwe concessie wil de provincie inspelen op veranderende mobiliteitspatronen van reizigers in de regio. In het voorjaar van 2020 zal de gunning van de concessie Gooi en Vechtstreek plaatsvinden. Daarna zal de implementatie van de concessie plaats gaan vinden.
  • Regionaal Openbaar Vervoer Toekomstbeeld 2040 en de provinciale OV-visie 'toekomstbestendige bereikbaarheid'. Deze toekomstbeelden kunnen mede bepalend zijn voor de doorontwikkeling van onze concessies. Het OV toekomstbeeld en de provinciale OV-visie zijn nader toegelicht onder beleidsdoel 2.1.

Omgevingsfactoren
Duurzaamheid. In het bestuursakkoord Zero Emissie Regionaal Openbaar Vervoer is de verduurzaming van het openbaar vervoer, vastgelegd in het Bestuursakkoord Zero Emissie Regionaal Openbaar Vervoer per Bus (Bestuursakkoord ZE 15 april 2016). Hierin hebben de regionale vervoerautoriteiten (provincies en vervoerregio’s) met het Rijk het volgende afgesproken:

  1. Uiterlijk 2025 zijn alle nieuw instromende bussen emissievrij aan de uitlaat (tank-to-wheel)
  2. De nieuwe bussen maken in 2025 gebruik van 100% hernieuwbare energie of brandstof, die met het oog op economische ontwikkeling zoveel mogelijk regionaal wordt opgewekt
  3. OV-concessies hebben een zo gunstig mogelijke score op well-to-wheel CO2-emissie per reizigerskilometer (wat zo gunstig mogelijk is, wordt nog geconcretiseerd).

ICT en mobiliteitsdiensten. De tweede belangrijke ontwikkeling is dat de wereld van mobiliteit in hoog tempo verandert. Nu kiezen burgers nog met welk beschikbaar vervoermiddel men zich wil verplaatsen, in de toekomst kan er worden gereisd met bijvoorbeeld een e-bike, een zelfrijdende bus of auto en/of deelt men de auto met anderen. Het op maat gemaakte mobiliteitspakket kan dan worden besteld via internet. De reiziger wil namelijk mobiliteit die aansluit op zijn vraag. Dit is niet langer de bus, de auto of de fiets maar een optimale mix van verplaatsingsmogelijkheden, ondersteund door ICT-toepassingen (Mobility as a Service – MaaS). Elektronische betaalvormen zijn volledig gewoongoed geworden. Men betaalt steeds meer met bankpassen en smartphones of op rekening achteraf. Ook in het openbaar vervoer wordt geëxperimenteerd met deze betaalmethoden, nu nog naast de OV-chipkaart, straks ter vervanging. Vervoerders bereiden de introductie van nieuwe betaalmethoden voor.

Beleidsdoelevaluaties

Klantwaardering openbaar vervoer gemeten door CROW-KpVV OV-Klantenbarometer.