Bereikbaarheid

Verbeteren en aanleggen infrastructuur

De provincie verbetert binnen het Provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur (PMI) de bestaande infrastructuur en ontwikkelt nieuwe infrastructuur om de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in de provincie te verbeteren.
De basis voor agendering van projecten in het PMI is de investeringsstrategie Noord-Hollandse infrastructuur (iNHi), die op 3 februari 2014 door Provinciale Staten is vastgesteld. Het uitgangspunt van de investeringsstrategie is een afwegingsmodel, waarbij de trajecten zijn gescoord op bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Slecht scorende trajecten en knelpunten, en trajecten die voor groot onderhoud in het Provinciaal Meerjarenprogramma Onderhoud (PMO) staan geagendeerd, worden als studieproject opgenomen in het PMI. De iNHi wordt het komende jaar geactualiseerd.
Alle projecten in het PMI doorlopen drie fasen, te weten de studie-, plan- en realisatiefase. In de studiefase wordt onderzoek gedaan naar de problematiek en worden mogelijke oplossingen uitgewerkt, waarbij bijvoorbeeld wordt bekeken of bereikbaarheidsknelpunten kunnen worden opgelost door middel van verkeersmanagement, openbaar vervoer, gedragsbeïnvloeding of infrastructurele maatregelen. Aan het einde van de studiefase volgt een besluit over de oplossingsrichting en promoveert het project naar de planfase. Het is ook mogelijk dat aan het einde van de studiefase de conclusie wordt getrokken dat het project niet verder hoeft te worden uitgewerkt, bijvoorbeeld als er onvoldoende draagvlak is voor mogelijke oplossingen. In zo'n geval wordt een project geschrapt. In de planfase wordt de gekozen oplossing verder uitgewerkt. Daarna besluiten Provinciale Staten (PS) over het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet en promoveert het project naar de realisatiefase. Na realisatie wordt het project afgerond en opgeleverd en wordt het een beheeractiviteit.
Het PMI wordt het komende jaar herzien en daarom dit jaar niet gelijktijdig met deze begroting in Provinciale Staten behandeld. Eventuele financiële consequenties van deze herziening worden via de reguliere P&C cyclus aan de Staten voorgelegd.
Een totaal overzicht van alle lopende studies en in uitvoering zijnde projecten is te vinden in het Provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur (PMI).
Samenwerkingspartners
Net als bij andere andere doelen in dit programma, zijn mede-wegbeheerders (gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat), de Vervoerregio Amsterdam (VRA), belangenorganisaties en bewoners belangrijke samenwerkingspartners. Nog meer dan bij de andere doelen geldt die samenwerking bij het verbeteren en aanleggen van infrastructuur voor de reizigers, inwoners, aanwonenden en andere direkte stakeholders. De provincie doet dat steeds meer door de gebruiker in een vroegtijdig stadium bij de planvorming te betrekken. Voorbeelden van burgerparticipatietrajecten en co-creatie zijn de doorgang in Broek in Waterland, de nieuwe verbinding A8-A9 en de Bereikbaarheid Bollenstreek.

Prioriteiten

De belangrijkste prioriteiten voor 2020 zijn de onderstaande projecten:

  • Verbinding A8-A9 (studie);
  • Bereikbaarheid Bollenstreek (studie);
  • Bereikbaarheid Waterland en onderdoorgang Broek in Waterland (plan en realisatie);
  • Fietsprojecten (studie);
  • Bereikbaarheid Den Helder (studie);
  • Bereikbaarheid Gooi- & Vechtstreek
  • Cruquiusbrug (realisatie);
  • Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) ’t Gooi (realisatie);
  • Wilhelminasluis (realisatie);
  • Centrale bediening bruggen en sluizen (realisatie);
  • N243 Herinrichting (realisatie);
  • N241 Herinrichting A.C. de Graafweg (realisatie).

In de toelichting in de volgende paragrafen is een aantal van deze projecten nader toegelicht.

Omgevingsfactoren

Een aantal ontwikkelingen is van invloed op de projecten ter verbetering of aanleg van infrastructuur. Specifiek van belang daarin om te noemen zijn:
Markt: door de overspannen arbeidsmarkt in de bouw, ontstaan na afloop van de crisis, komen de prijs, tijdigheid en kwaliteit van aanbiedingen en producten in het geding. De prijsstijgingen zetten zich de komende jaren vermoedelijk door. Als provincie anticiperen wij hierop door in onze ramingen altijd de meest recente landelijke prijsontwikkelingen mee te nemen.
Omgeving: Omgevingseffecten, zoals hinder voor omwonenden en verkeer, spelen al langere tijd een belangrijke rol in de projectuitvoering. Veiligheidsmanagement, zowel gericht op het verkeer als op de bouwplaats en omgeving ervan, is een belang dat in de afgelopen periode sterker onder de aandacht is gekomen en worden voortgezet. Een bijkomend gevolg is wel dat veel meer kosten worden gemaakt voor verkeers-begeleiding, afzettingen, communicatie en informatie. Steeds vaker worden projecten in samenwerking met de omgeving voorbereid. De Omgevingswet zal het vereisen, maar de burger vraagt het ook nu al: participatie en dus een andere verhouding tussen burgers en belanghebbenden en de provincie. Deze ontwikkeling heeft gevolgen voor, en vereist ontwikkeling in, alle fasen van werken: van studiefase tot en met realisatiefase.
Duurzaamheid. Provincie Noord-Holland heeft een grote ambitie ten aanzien van duurzame grond-, weg- en waterbouw (GWW). Dit is echter nog niet erg zichtbaar in de projecten. In iedere projectfase dient over duurzaamheid te worden nagedacht. In 2020 zal aan diverse aspecten van duurzaamheid meer inhoud gegeven worden. Om de duurzaamheidsambitie te realiseren is noodzakelijk dat duurzaamheid een alledaags thema is in de werkzaamheden van de organisatie. Dit gebeurt door invoering van de aanpak Duurzaam GWW. De Milieu Kosten Indicator (MKI) is een meeteenheid die wordt uitgewerkt voor het structureel meten van duurzaamheidseffecten. Dit wordt met urgentie opgepakt om de CO2-effecten van ons beleid en onze projecten te meten, alsmede de effecten op welzijn en welvaart, zoals in het coalitieakkoord is aangekondigd. Hiervoor is het Programma Duurzame Infrastructuur gestart. Het doel is om de provinciale infrastructuur op termijn te laten voldoen aan de duurzaamheidsambities van de Provincie Noord-Holland. Bij aanleg van infrastructuur krijgt de duurzaamheidsambitie een plaats in de projectopdracht. Hetzelfde gebeurt voor het beheer van de infrastructuur in de gebiedscontracten. Voor projecten die al in uitvoering zijn of reeds zijn aanbesteed, wordt actief gezocht naar het toevoegen van duurzaamheidsmaatregelen zonder het lopende proces te frustreren.
Programma Aanpak Stikstof. Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State geoordeeld dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet als basis voor toestemming voor activiteiten mag worden gebruikt. De consequenties van deze uitspraak worden in beeld gebracht.

Beleidsdoelevaluaties

In 2020 wordt de investeringsstrategie Noord-Hollandse infrastructuur (iNHi) geactualiseerd. De beleidsuitgangspunten uit de Agenda Mobiliteit worden hierin verwerkt. Het PMI wordt herzien op basis van deze geactualiseerde iNHi.