Toelichting
In het PMI 2019-2025 zijn 37 studieprojecten opgenomen. In bijgaand overzicht zijn de uitgaven van het PMI weergegeven, verdeeld over de eerdergenoemde drie fasen: studie, plan en realisatie.
De provincie werkt aan de uitvoering van de studieprojecten uit het PMI 2019-2025. Het gaat onder meer om de studie Bereikbaarheid Den Helder, Broek in Waterland, de verkenningen N201-A4 (Kruiswegcorridor), N231-N232 in Schiphol-Oost en Amstelveen. Nieuwe studies, zoals die naar de bereikbaarheid van de Gooi- & Vechtstreek, worden als studiefase project opgenomen in het PMI. De uitgaven voor deze studiefase projecten worden gedekt uit het budget studiefase van € 750.000. De kosten voor de voorbereiding van enkele specifieke projecten zoals de Verbinding A8-A9 en Bereikbaarheid Bollenstreek worden gedekt uit aparte voorbereidingskredieten voor deze projecten.
- Binnen het programma Bereikbaarheid Waterland wordt specifiek gekeken naar de leefbaarheidsproblemen in Broek in Waterland. In lijn met het proces van co-creatie dat is doorlopen, wordt de een onderdoorgang van de N247 als voorkeursvariant nader uitgewerkt.
- Binnen het project Verbinding A8-A9 wordt de huidige voorkeursvariant verder onderzocht. Om het landschap te sparen wordt gekeken of het mogelijk is de weg verdiept of in een tunnel aan te leggen. In dit onderzoek wordt ook klimaatadaptatie meegenomen. Daarnaast investeren we op de korte termijn in de leefbaarheid rondom de N203, bijvoorbeeld in maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren.
- Het programma Bereikbaarheid Bollenstreek wordt gefaseerd gerealiseerd. Eind 2020 wordt de besluitvorming voor de uitvoering opgestart.
- De fiets is in toenemende mate een belangrijk onderdeel van de vervoersketen en van groot belang voor het bereikbaar houden van Noord-Holland. Daarnaast draagt fietsen bij aan een gezonde leefstijl. Om fietsverkeer te faciliteren investeren wij in het oplossen van fietsknelpunten en snelfietsroutes.
De uitgaven voor de projecten in de plan- en realisatiefase worden geactiveerd en afgeschreven in 50 jaar. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten (afschrijving) worden het begrotingsjaar erop in de begroting geraamd. Dit betekent dus dat de investeringsuitgaven van de begroting van 2019 pas in de begroting van 2020 in de vorm van kapitaallasten (1/50ste deel van deze uitgaven) zichtbaar worden. Doordat van de eerste projecten de afschrijvingsperiode (na 50 jaar) pas in 2069 eindigt, lopen de kapitaallasten in de aankomende jaren op: van € 17,1 miljoen in 2020 naar € 28,5 miljoen in 2023. Hier is in de meerjarenraming rekening mee gehouden.
De belangrijkste projecten die in 2020 (op basis van de huidige planning) promoveren naar de realisatiefase zijn HOV Noordwijk-Schiphol, HOV SOOMR (Schiphol Oost), de Noordelijke Ontsluiting Agriport op de N242 en de rotonde op de N501 op Texel. Naast de (reguliere) investeringen is er door het vorige College besloten tot extra investeringen van in totaal € 60 miljoen.
Operationeel doel 2.2.1 Studies voor verbetering en aanleg infrastructuur uitvoeren | |||||||
Indicator | Meeteenheid | Nulmeting | Begroot 2019 | Begroot 2020 | Begroot 2021 | Begroot 2022 | Begroot 2023 |
Voortgang studies en projecten (aantal faseafrondingen) | Aantal | 13 (2017) | 10 | 20 | 20 | 30 | 30 |
Start nieuwe studies (studies nieuw opgenomen in PMI) | Aantal | 13 (2017) | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afronding projecten (aantal gerealiseerd) | Aantal | 17 (2017) | 11 | 6 | 7 | 2 | 3 |
Investeringen
Bedrag (x € 1.000) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Kapitaallasten PMI | € 5.280 | € 5.919 | € 6.744 | € 7.607 | € 8.407 | € 8.830 | € 9.509 |
Reserve kapitaallasten Weginfra | € 2.116 | € 2.116 | € 2.116 | € 2.116 | € 2.116 | € 2.116 | € 2.116 |
Reserve kapitaallasten OV | € 522 | € 522 | € 522 | € 522 | € 522 | € 522 | € 522 |
Kapitaallasten extra investeringen infrastructuur (€ 60 mln coalitieakkoord) | € 70 | € 290 | € 600 | € 700 | € 900 | € 1.200 | € 1.200 |
€ 7.988 | € 8.847 | € 9.982 | € 10.945 | € 11.945 | € 12.668 | € 13.347 |
In de onderstaande tabel is de aanwending van de hierboven genoemde Extra investeringen van € 60 miljoen weergegeven. De investeringskosten van PMI-projecten kunnen naast de reguliere kapitaallasten PMI en kapitaallasten Extra investeringen gedekt worden uit bijdragen van derden én investeringsbijdragen provinciale reserves. Deze investeringsbijdragen reserves worden op basis van de (werkelijke) kasuitgaven van de betreffende projecten overgeheveld naar de reserves Kapitaallasten Weg- en OV-infrastructuur waar vervolgens de bedragen (analoog aan de kapitaallasten PMI regulier en Extra investeringen) geactiveerd worden (afschrijving in 50 jaar).
Projecten ten laste van kapitaallasten extra investeringen infrastructuur | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Totaal |
N241-13: trajectbenadering N241, ged. N242-A7 | € 3.500 | € 6.000 | € 5.500 | € 0 | € 0 | € 0 | € 15.000 |
N242-25: trajectstudie N242, ged. N508-N241 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | € 5.000 | € 5.000 | € 10.000 |
N243-06: trajectbenadering N243a | € 0 | € 15.000 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | € 15.000 |
Reservering PMI projecten | € 0 | € 0 | € 0 | € 5.000 | € 5.000 | € 10.000 | € 20.000 |
Bedragen (x € 1.000) | € 3.500 | € 21.000 | € 5.500 | € 5.000 | € 10.000 | € 15.000 | € 60.000 |