Milieu

Bijdragen aan een circulaire economie en energieneutraal in 2050


Onze rol
Wij leveren onze bijdrage aan het behalen van de landelijke doelstelling van 50% minder gebruik van primaire grondstoffen in 2030 en 49% vermindering van de nationale broeikasgasuitstoot in 2030 ten opzichte van 1990 en een circulair en energie neutraal Nederland in 2050. De provincie heeft de afgelopen jaren op verschillende manieren bijgedragen aan de versnelling van de energietransitie. Dit hebben we onder andere gedaan door de ontwikkeling van warmtenetten te ondersteunen, gemeenten door het Servicepunt Duurzame Energie te laten adviseren hoe nieuwe en bestaande woningen kunnen worden verduurzaamd, de industrie en de glastuinbouw te stimuleren energie te besparen en innovatie van de productie van groen gas uit biomassa te ondersteunen. Om de transitie naar een circulaire economie aan te jagen heeft de provincie een zestal creatiesporen benoemd. Zo ondersteunt de provincie ondernemers met verschillende (financiële) instrumenten bij het ontwikkelen van circulaire innovaties, werken we in MRA-verband samen om belemmerende wet– en regelgeving weg te nemen, doen we onderzoek naar de ruimtelijke consequenties van een circulaire economie en zetten we in op circulair aanbesteden en inkopen. Vanuit deze invulling heeft de provincie ook een duidelijke verbindende rol tussen diverse initiatieven en ontwikkelingen bij bedrijven en overheden, regionaal tot (inter)nationaal.
Daarbij heeft de provincie op het gebied van zowel circulaire economie als energietransitie verschillende rollen, zoals het laten zien van voorbeeldgedrag, een kennisrol richting de regio, een stimulerende rol richting bedrijven et cetera.
Samenwerkingspartners
Het behalen van de landelijke doelstelling is een gezamenlijke opgave van alle partners. Overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en inwoners, maken allemaal onderdeel uit van de transitie en dragen bij aan het behalen van de doelstelling.
Prioriteiten
In de afgelopen jaren en met de komst van het Klimaatakkoord, de klimaatwetten en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is de urgentie en de inzet op energietransitie geïntensiveerd.  Eind 2018 is de Omgevingsvisie met ontwikkelprincipes vastgesteld met nieuwe energie als belangrijk onderwerp. Genoemde deelgebieden zijn: warmte/geothermie, Noordzeekanaalgebied (NZKG), zonne-energie, energie-infra, wind, zon en circulaire economie. Begin 2020 wordt als vervolg op de Omgevingsvisie het beleidsprogramma 2015- 2019 en het coalitieakkoord 'Duurzaam doorpakken' een nieuw beleidsprogramma energietransitie opgesteld. Naast het borgen van de nieuwe koers uit het coalitieakkoord zal in 2020 ook uitvoering gegeven worden  met de uitvoering van het coalitieakkoord. Speerpunten uit het coalitieakkoord zijn onder andere de regionale energiestratieen, een aangepaste koers voor wind op land, stimuleringsbeleid voor zon, gerichte inzet op warmteprojecten, onderzoek , beleid en innovatie en de verduurzaming van de eigen organisatie.
Ook zal in 2020 de Actieagenda Circulaire Economie aflopen. In 2020 wordt er een nieuw beleidsprogramma circulaire economie opgesteld waarin de nieuwe koers uit het coalitieakkoord wordt geborgd In 2020 zal er ook uitvoering worden gegeven aan de ambities uit het coalitieakkoord en het uitvoeren van de nieuwe Actieagenda Circulaire Economie. Speerpunten uit het coalitieakkoord zijn het oprichten van een lerend platform samen met gemeenten en ondernemers en het ontwikkelen van initiatieven om afvalstromen en voedselverspilling te verminderen.
Omgevingsfactoren
In 2019 wordt er naar verwachting een landelijk Klimaat- en Energieakkoord gesloten en is een Klimaatwet tot stand gekomen. Daarmee is er versnelling gekomen in de aanpak. In 2018 is tevens de Staat van Energietransitie voor de provincie Noord-Holland opgesteld. Dit instrument voorziet in een breed overzicht aan monitoringsgegevens ten aanzien van de CO2-emissie van de verschillende sectoren in Noord-Holland, alsook van de opwekking van duurzame energie.

Beleidsdoelevaluaties

Geen geplande evaluaties.