Op basis van de zogenoemde gewichtsuitdraaien opcenten motorrijtuigenbelasting die de provincie Noord-Holland periodiek van de Belastingdienst ontvangt, is het verantwoord de verwachte opbrengst te verhogen. Vanaf 2015 is er een stijging van het aantal voertuigen te zien (auto’s en motoren) van gemiddeld 1,5% tot 1,8% per jaar. De gewichtsuitdraai per 31 maart 2019 laat  ten opzichte van 31 december 2018 over 1ste kwartaal 2019 een stijging van het aantal voertuigen zien van 0,6%. De gewichtsuitdraaien van afgelopen jaren laten voorts zien dat het aantal dieselvoertuigen ten opzichte van 2015 zowel in aantallen als procentueel  afneemt. Bij de voertuigen die gebruik maken van andere brandstoffen (aardgas, elektro) zien wij met name een stijging van het aantal elektrische voertuigen. Waren dat er in 2015 nog 2.591, in de gewichtsuitdraai per 31 maart 2019 bedraagt het aantal elektrische voertuigen 11.259.  Voor 2020 gaan wij uit van een opbrengst van € 210 miljoen.

De provincie Noord-Holland heft sinds 2001 het laagste opcenten-tarief. In onderstaand overzicht geeft inzicht in de tarieven opcenten per provincie. Hierbij wordt aangetekend dat de tarieven voor 2020 voorlopig zijn en gebaseerd zijn op de beschikbare informatie per april 2019. Voor de provincie Noord-Holland is bij de berekening van de opbrengst uitgegaan van het thans geldende tarief opcenten  van  67,9. De tarieven opcenten motorrijtuigenbelastingen opcenten dienen  door Provinciale Staten  te worden vastgesteld. De eventuele wijzigingen op het tarief 2019 dienen vóór 1 december 2019 kenbaar te worden gemaakt bij het Ministerie van Financiën.

Heffingsplichtig zijn de onttrekkers van 25.000 m³ of meer grondwater per heffingsjaar. Het tarief is in 2010 vastgesteld op € 0,0085 per m³ onttrokken grondwater. Rekening houdende met de ramingen en gerealiseerde opbrengsten over de afgelopen jaren wordt voor 2020 wordt een heffingsopbrengst geraamd van € 800.000,-.

De verwachting is dat het aantal aanvragen WABO door de aantrekkende economie zal toenemen. Daarentegen worden een aantal grote projecten zoals de Zeesluizen IJmuiden  afgerond, waardoor voor deze projecten geen legesopbrengsten kunnen worden geraamd.

Voor de overige leges wordt de stijging veroorzaakt door o.a. de leges voor de vergunningen in het kader van de Luchtvaartwetwet en Wet Natuurbescherming. Voor 2020 rekening gehouden met een opbrengst van  in totaal € 3 miljoen.     

De nazorgheffing gesloten stortplaatsen wordt jaarlijks door Provinciale Staten separaat vastgesteld in de tarieventabel nazorgheffingen. De tarieven 2020 zijn nog niet vastgesteld. Voor 2020 wordt evenals in 2018 en 2019 geen opbrengst geraamd. In 2017 bedroeg de totale heffing € 510.000,-.

Het maximum aantal opcenten dat provincies in 2020 mogen heffen wordt wettelijk vastgesteld. Voor 2020 is het maximum nog niet bekend. Naar verwachting wordt dit in augustus/september 2019 bekend gemaakt. Uitgaande van de verwachte opbrengstraming voor 2020 van € 210,0 miljoen en het huidige opcenten-tarief (67,9) is de opbrengst per opcent € 3 miljoen(afgerond). Uitgaande van het maximumtarief opcenten 2019 zijnde 113,2 zijn 45,3 opcenten onbenut.  De theoretische (meer)opbrengst vanwege onbenutte belastingcapaciteit bedraagt afgerond € 139,8 miljoen. Ontwikkelingen rond de voertuigvolumegegevens blijken uit de gewichtsuitdraaien, die per kwartaal door de Belastingdienst beschikbaar worden gesteld.

De uitvoering van de vergunningverlening en handhaving is opgedragen aan de omgevingsdiensten (Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (ODNZKG) en de regionale uitvoeringsdienst Noord-Holland-Noord(RUDNHN) en is opgenomen in de lumpsum bekostiging. Het onderstaande overzicht geeft enig inzicht in de kostendekkendheid van de verschillende leges. Bij de vaststelling van de legesverordening en tarieventabel 2020 geven wij u inzicht in de meer actuele kosten verbonden aan de vergunningverlening. Nader onderzoek in de toe te rekenen is wenselijk. Aan de hand van de thans beschikbare gegevens menen wij te kunnen concluderen dat de legestarieven (nog) niet kostendekkend zijn.

* Deze leges worden ontvangen bij de Uitvoerende organisatie en worden verrekend met de bijdrage die de provincie Noord-Holland moet betalen (bijvoorbeeld voor de Faunaschade). Daarmee lopen deze baten niet via de begroting van de provincie Noord-Holland.