Financiën en Bedrijfsvoering

Algemene uitkering provinciefonds beheren

Toelichting

De totale uitkering uit het provinciefonds bestaat uit twee onderdelen: een algemene uitkering en zogenoemde decentralisatie-uitkeringen.
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de totale rijksuitgaven. Volgens de normeringssystematiek (trap-op-trap-af) hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van de algemene uitkering. De jaarlijkse toename of afname van het provinciefonds, voortvloeiend uit de normeringssystematiek, wordt het accres genoemd.
Het accres wordt twee keer per jaar meerjarig bijgesteld. Dit gebeurt in de meicirculaire van het provinciefonds en in de septembercirculaire van het provinciefonds. In de meicirculaire wordt de besluitvorming van de Voorjaarsnota van het Rijk meegenomen en in de septembercirculaire wordt dit geactualiseerd op basis van de zogenoemde miljoenennota die op Prinsjesdag verschijnt.
Decentralisatieuitkeringen zijn uitkeringen van tijdelijk beleid die niet via het verdeelmodel van het provinciefonds uitgekeerd worden. Ook deze middelen zijn in principe vrij besteedbaar.

Investeringen

Geen.